Inflatie

Wat is inflatie?

Van Dale omschrijft inflatie als ‘waardevermindering van geld, hetgeen leidt tot prijsstijgingen’. Maar een euro is een euro waard, zou je zeggen. Hoe zit dat dan? Eigenlijk betekent inflatie vooral dat je minder voor je geld kunt kopen.

Stel je voor dat je naar de bakker gaat en je koopt er een brood. Nu kost dat brood bijvoorbeeld €2,50. Ga je over een jaar weer naar dezelfde bakker en koop je er hetzelfde soort brood, dan betaal je misschien €2,60. En over tien jaar betaal je €3,00 voor datzelfde brood. Je betaalt dus steeds meer voor hetzelfde product, ofwel je geld is minder waard geworden.

Een ander voorbeeld. Op tv hoor je wel eens dat de inflatie in een jaar 2% is geweest. Dat betekent dat producten gemiddeld 2% duurder zijn geworden. Voor een kar vol boodschappen waar je aan het begin van het jaar €100 voor betaalt, betaal je aan het einde van het jaar €102.

Is de inflatie één getal?

De inflatie bestaat eigenlijk niet. Er zijn verschillende manieren om de inflatie te bepalen. In Nederland gebeurt dat door het CBS en zijn de cijfers op internet te vinden. Op Europees niveau worden ook inflatiecijfers berekend. De rekenmethode is daar weer net anders dan bij het CBS, waardoor de inflatie niet gelijk is.

Ook de Nederlandse inflatie is niet een enkel getal. Zo is er een aparte inflatie op basis van consumentenprijzen, producentenprijzen en dienstenprijzen. Als je wilt weten hoeveel je boodschappen in prijs zijn gestegen, moet je kijken naar de consumentenprijzen.

Maar dan ben je er nog niet. De inflatie wordt namelijk berekend door het gemiddelde te nemen van de prijsstijging van een pakket goederen en diensten zoals een gemiddeld huishouden die aanschaft. Dat zijn dus je boodschappen, maar ook de brandstof voor je auto en je nieuwe wasmachine. Hoe dichter jouw consumptiepatroon ligt bij het gemiddelde, hoe beter het landelijke inflatiecijfer op jou van toepassing is.

Waardoor ontstaat inflatie?

Inflatie kan verschillende oorzaken hebben. Ten eerste worden prijzen bepaald aan de hand van vraag en aanbod. Als de vraag naar een bepaald product toeneemt maar het lukt fabrikanten niet om meer te produceren, dan zal de prijs stijgen. Het product is schaars geworden.

Een andere reden waarom de prijs van een product toeneemt, is omdat de kosten van het produceren van het product hoger zijn geworden. Werknemers willen meer salaris of grondstoffen zijn duurder geworden. Dat moet op een of andere manier terugverdiend worden door de fabrikant.

Kan inflatie ook positief zijn?

Voor jou als consument kan inflatie ook een voordeel hebben. Bij een hoge inflatie zal meestal de rente stijgen. Als je spaargeld hebt, krijg je daar dus een hoger rendement op. Ook salarissen stijgen meestal mee met de inflatie. Als je een schuld hebt waarvan de rente langere tijd vaststaat, bijvoorbeeld een persoonlijke lening of een hypotheek, dan blijft de hoogte van de schuld en het bedrag dat je aan rente betaalt gelijk, maar door je hogere salaris is het makkelijker om af te lossen.