Waar gaat je pensioenpremie naartoe?
Bijna iedereen die werkt, betaalt pensioenpremie. Veel mensen hebben echter nauwelijks een idee van wat er met dat geld gebeurt. In de meeste gevallen zal het naar een pensioenfonds of naar een pensioenverzekeraar gaan. Voor jou zal dat misschien klinken alsof dat op hetzelfde neerkomt. Maar is dat ook zo?
Wat is een pensioenfonds?
Pensioenfondsen zijn er in verschillende smaken:
- het bedrijfstakpensioenfonds
- het beroepspensioenfonds
- het ondernemingspensioenfonds
Bij een bedrijfstakpensioenfonds zijn bedrijven aangesloten die actief zijn in de betreffende bedrijfstak. Een bekend voorbeeld hiervan is het ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, voor de overheid en het onderwijs). Bij een beroepspensioenfonds zijn mensen aangesloten die hetzelfde beroep uitoefenen, bijvoorbeeld huisartsen of notarissen. Een ondernemingspensioenfonds tenslotte is gekoppeld aan één, meestal erg grote, onderneming.
Het pensioenfonds ontvangt premie van jou en je collega’s, de deelnemers. Dit geld wordt belegd in de hoop dat het meer wordt. Als je de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, gaat het pensioenfonds dat geld gebruiken om je pensioenuitkeringen te betalen.
Wat is een pensioenverzekering?
Een pensioenverzekeraar int premies van de verzekerden. Deze premies worden in een grote pot gestopt en de inhoud van deze pot wordt belegd. Als je met pensioen gaat, ontvang je je uitkeringen uit deze pot.
Wat is dan eigenlijk het verschil?
Een pensioenfonds en een pensioenverzekeraar lijken erg veel op elkaar. Voor de gemiddelde consument is er ook weinig verschil. Je betaalt premie en later ontvang je pensioen. Er is echter wel een belangrijk verschil waar je wat van kunt merken, en dat zit in de zekerheid van de hoogte van het pensioen.
Dekkingsgraad
Een pensioenfonds moet zorgen dat het een voldoende hoge dekkingsgraad heeft. De dekkingsgraad is gelijk aan de waarde van de beleggingen van het fonds gedeeld door de huidige waarde van de uitkeringen die het fonds in de toekomst moet gaan doen. Als je over tien jaar een uitkering van 1000 euro krijgt, dan hoeft het fonds daar nu maar bijvoorbeeld 900 euro voor te hebben. Door het rendement op de beleggingen zal dit bedrag immers nog stijgen in de komende tien jaar. De huidige waarde van de toekomstige uitkeringen zal dus lager zijn dan simpelweg de som van alle toekomstige uitkeringen. De dekkingsgraad geeft aan of er nu voldoende geld is om al in de toekomst aan de verplichtingen te kunnen voldoen.
De dekkingsgraad van het pensioenfonds moet aan bepaalde eisen voldoen. Is de dekkingsgraad te laag, dan worden de pensioenen niet gecorrigeerd voor de inflatie. In extremere gevallen kan het zelfs voorkomen dat de pensioenen verlaagd worden. Je bent er dus niet zeker van dat het pensioen dat je nu krijgt, later nog zo hoog is.
Verzekeraars
Voor pensioenverzekeraars gelden andere regels. Zij mogen de pensioenen niet verlagen. Wel mogen zij ervoor kiezen geen inflatiecorrectie toe te passen. Je pensioen neemt dan niet toe met de inflatie, maar het neemt ook niet af. Pensioenverzekeraars moeten dus de uitkeringen garanderen.
Waarom kiest dan niet iedereen voor een pensioenverzekering?
Helaas is het antwoord op de vraag wat voordeliger is, niet eenvoudig te geven. Omdat verzekeraars de hoogte van de pensioenen moeten garanderen, lopen ze een groter risico als de beleggingsopbrengsten tegenvallen. Daarom moeten ze extra kapitaal aanhouden. Dat kost geld. Een lager risico kan zo voor de consument tot een hogere premie leiden. Daar staat dan weer tegenover dat pensioenverzekeraars door hun omvang efficiënter kunnen werken, waardoor ze juist weer een lagere premie kunnen vragen.
Daarnaast is het zo dat een werknemer geen keuze heeft. Hij (of zij) moet meedoen met de regeling die de werkgever heeft getroffen. Zelfs de werkgever kan niet vrij kiezen waar hij de pensioenregeling voor zijn werknemers onderbrengt. Als de onderneming bijvoorbeeld behoort tot een bedrijfstak die een bedrijfstakpensioenfonds heeft, dan is het bedrijf verplicht zich daarbij aan te sluiten. Het is overigens onder voorwaarden wel mogelijk dat een bedrijf toestemming krijgt om niet mee te doen.
Kort samengevat
Pensioen opbouwen bij een pensioenfonds en bij een pensioenverzekeraar lijkt op het eerste gezicht hetzelfde. Pas als je er iets dieper in duikt, blijkt er een verschil te zijn. Pensioenverzekeraars mogen de uitkeringen niet verlagen, waar pensioenfondsen dat in speciale gevallen wel mogen. Daardoor is een pensioen dat opgebouwd wordt bij een verzekeraar zekerder dan een pensioen dat opgebouwd wordt bij een pensioenfonds.